De refter: stucwerkplafonds in ere hersteld

Het team van Jan Verbeke was maandenlang aan de slag in de refter van Abdij van Park. Ze restaureerden er minutieus de stucwerkplafonds van kunstenaar Jan Christian Hansche. “Iedereen staat in bewondering voor ons geduld.”

20 januari 2020

Jan Verbeke studeerde architectuur in Gent. “Daar heb ik, na mijn studies, ook mijn eerste stucwerkrestauratie gedaan. Ik had op kot gezeten in het Caermersklooster. In de sacristie daarvan heb ik onder andere het rococo stucwerk geconserveerd en gerestaureerd. Ja, ik heb ervaring met kloosters”, lacht hij.

Stucwerkplafonds van Hansche

In Abdij van Park boog Verbeke zich over het stucwerk van de meesterlijke kalksnijder Hansche. “Hansche heeft twee realisaties in de Abdij van Park: de historische plafonds van de bibliotheek en de refter. Het zijn unieke kunstwerken die dateren van het einde van de zeventiende eeuw.”

"Het stucwerk is aangebracht op een houten lattenwerk, dat met smeedijzeren nagels is vastgespijkerd aan de zware draagbalken. Op die lattenstructuur realiseerde Hansche met kalkmortel de indrukwekkende taferelen met menselijke en dierlijke figuren", duidt Verbeke.

Het stucwerk van de refter vertoonde al geruime tijd ernstige barsten, waardoor het plafond dreigde te verzakken. "Sommige delen van het stucwerk kwamen ook plaatselijk los door de bewegingen in dit gebouw. Het dreigde zware schade op te lopen”, aldus Verbeke.

Terug naar de originele laag

De werken startten in september 2018. Jan en zijn team merkten al snel dat er water was geïnfiltreerd aan de zijkant van het plafond. “Met ingenieurs ter zake hebben we bekeken hoe we dat konden oplossen. De rotte balken werden eruit gehaald en vervangen door nieuwe, epoxy balken. Dat was een gevaarlijke klus, want het stucwerk kon vallen.”

De bedoeling van de restauratie was terug naar de originele (verf)laag van het plafond te gaan. “Het stucwerk is gedurende de jaren een aantal keer overschilderd, waardoor de fijne details zijn verdwenen. We hebben de verflagen voorzichtig verwijderd, tot op het stucwerk, waardoor de details terug zichtbaar werden.”

Het verwijderen gebeurde door middel van het verweken van de verflagen met vochtige compressen en met behulp van scalpels. “Een monnikenwerk, maar je zag het wel gestaag evolueren. Iedereen staat in bewondering voor ons geduld.”

"Ik doe dit werk uit liefde voor het pure vakmanschap van weleer", Jan Verbeke

Jan en zijn team werkten dag in dag uit, met een team van vier. “Zo kon ieder een deel doen en ook constant vragen stellen aan elkaar. Eens alle verflagen verwijderd waren, konden we de barsten pas echt inschatten. Daarop hebben we de originele delen opnieuw gefixeerd met een dun vloeibare stucmortel, identiek aan de oorspronkelijke mortel.”

Vakmanschap

Of Verbeke een kunstenaar is? Naast zijn technische en wetenschappelijke bagage heeft hij heel zeker een kunstenaarsziel. “Ik doe dit werk uit liefde voor het pure vakmanschap van weleer. Zoiets maken ze niet meer. We zijn blij dergelijke unieke stukken te mogen restaureren. Elke ingreep, elke behandeling wordt vooraf uitvoerig bestudeerd en besproken alvorens ze wordt uitgevoerd."

De restauratie van dit stucwerk is slechts een onderdeel van de lopende werken, maar Jan benadrukt het belang ervan. “Dat deze taak voorbehouden is aan ter zake gespecialiseerde restaurateurs, is een zoveelste bewijs dat men alles in de abdij met veel respect behandelt. De stad Leuven kiest voor kwaliteit. We hebben er dan ook voor gezorgd dat ons werk aan de plafonds ook in de toekomst prachtig blijft”, besluit Jan.

Iets fout of onduidelijk op deze pagina? Meld het ons.